Het is een bekentenis die jullie mij waarschijnlijk niet in dank zullen afnemen. Dat komt omdat jullie allemaal een rolkoffer bezitten, misschien wel meerdere exemplaren. En jullie gebruiken ze nog met plezier ook. Maar toch; ik heb een hekel aan rolkoffers.
Vorige zomer, station Voorschoten. Een Hollands gezinnetje, twee ouders, twee kindertjes, klaar voor de vakantie. Om het gezinnetje staan koffers. Twee hele grote, twee behoorlijk grote en drie handbagagekoffertjes. Hoe ze op het station zijn gekomen is me een raadsel, maar ik vermoed een taxi en een lift. De trein in is moeizaam. De grootste, en blijkbaar ook zwaarste koffers zijn alleen tilbaar door een ploeg verhuizers, en die is niet bijgeleverd. De kinderen maken alvast ruzie om wie de sterkste is, het laatste handbagagekoffertje blijft bijna eenzaam in Voorschoten achter. Mijn trein ging de andere kant op, dus we zullen nooit weten of en hoe deze familie de verplichte overstap in Leiden heeft overleefd.
Onder alle koffers van deze familie zaten wieltjes. Dat is reuze praktisch, want ze hoeven niet te worden gedragen. In theorie dan, want in de praktijk moeten koffers treinen in en uit getild worden, trappen op gezeuld worden als een lift ontbreekt en krappe gangpaden doorgeduwd. Pas op Schiphol wachten rustgevende bagagebanden en trolleys.
Wie zijn bagage in de hand of op de rug draagt, heeft thuis al gevoeld of de bagage überhaupt wel tilbaar is. Af en toe zie je een newbe backpacker bijkans bezwijken onder een nieuw aangeschaft monster, maar de meeste mensen die hun bagage dragen houden deze beperkt. Ze zien de mogelijkheden van lichtgewicht kleding en vinden een wasje op vakantie geen probleem. Of ze zijn zakenman en overleven in de internationale kantoorjungle op een schoon overhemd, een tandenborstel en een internationale verloopstekker voor de laptop. Het zijn allemaal doorgewinterde reizigers die weten dat bagage een praktisch doch noodzakelijk kwaad is, waar men bij voorkeur niet te veel van meeneemt. Bovendien zijn sokken en tandenborstels tot ver achter Kuala Lumpur te krijgen.
Die wieltjes zorgen voor nog een andere reden om een hekel te hebben aan rolkoffers; de klereherrie die negen van de tien rolkoffers produceren. Natuurlijk, er zijn degelijke exemplaren die voorzien zijn van zacht rubberen zwenkwieltjes en geluiddempertjes, maar de meeste koffers komen uit een aanbieding van een Duitse prijsvechtende supermarkt en klinken ook zo. Ik woon vlakbij een treinstation dat elke zondagavond een kudde studenten uitspuugt die met koffertjes vol schone was en ouderlijke zorgen het studentenleven tegemoet gaan. De trein passeert op zes meter van mijn huis, terwijl de kat vredig doorslaapt. Vijf minuten later spitsen de oortjes zich, het kopje verheft zich van het kussen en en oogjes werpen een verstoorde blik naar buiten, daar waar de rolkoffers rijden.
Ik geef toe dat er mensen zijn voor wie de rolkoffer een uitkomst is; ouden van dagen, mensen met een fysieke beperking of ouders met kinderen die nog te klein zijn om hun eigen bagage te dragen. Ik gun jullie je rolkoffers, al verzoek ik jullie om er niet mee te rennen en daarmee andere reizigers om te maaien. En namens de kat; koop zo’n hele dure. Zo eentje met zachte rubberen wieltjes en geluidsdempertjes. Waarvoor dank.
Hebben studenten tegenwoordig ook al rolkoffers? Het gaat niet goed met de wereld. En ik neem je deze column wel in dank af, want ik ben het helemaal met je eens.