Japanreis 2018 deel 15

Shinkansen Kyoto

Eén spoorwegmuseum is natuurlijk niet genoeg voor een groot en treinengek land als Japan, dus gelukkig hebben ze er meer. Vandaag namen we de trein naar Kyoto om daar het spoorwegmuseum te bezoeken. Oordeel? Iets kleiner dan in Tokyo, maar zeker zo mooi, hoewel meer Engels fijn was geweest.

Wacht even, toeristen gaan toch naar Kyoto om daar dagenlang tussen de tempels, schrijnen en paleizen te dwalen? Dat klopt, Kyoto is een enorme toeristenhotspot. In het cafeetje waar we na aankomst war dronken zaten heel wat roze gezichtjes. Je kon er met brood ontbijten en ik was de enige met matcha latte (mijn nieuwe hobby). Op het plein voor het stations stonden de touringcars al klaar om de hordes bij de tempels te droppen.

Schrijnen en tempels? Voor de duidelijkheid, ze zien er prachtig uit, zijn vaak op respectabele leeftijd en liggen vaak in het groen, een zeldzaamheid in verstedelijkt Japan. In Europa, zeker Noord-Europa ben ik een liefhebber van oude steden, kerken en kastelen. Ik kan uren dwalen tussen de steegjes en was afgelopen winter in Cambridge het liefst uren bij de handtekeningen van Anna Boleyn en Henry VIII blijven zitten staren.

Locaties krijgen voor mij context door de verhalen. De Rozenoorlog kan ik plaatsen, van de Japanse geschiedenis heb ik ondanks inlezen, weinig kennis. Shintoïsme en Boeddhisme zeggen me vrij weinig. Ik heb genoten van de tempels in Nikko en Ueno Koen, maar nog meer tempels of schrijnen wordt plat gezegd een beetje meer van hetzelfde, zeker als je bij elke tempel of schrijn een paar honderd yen mag neertellen als je meer wilt zien dan de poort.

Treinen zeggen me meer; ik snap geschiedenis, nut en context, en vooral het belang voor de Japanse maatschappij. Ik heb diep respect hoe Japan zich in de jaren vijftig en zestig ontwikkelde als spoorwegnatie, en de eerste Shinkansen de rails op gleed terwijl we in Europa op skailederen bankjes naar Nergenshuizen hobbelden (goed, ik charcheer. Maar het verwachil is duidelijk, toch?). Extra aspect; de Japanners bouwden ook nog een aantal heel erg mooie treinen.

Interieur forenzentrein Japan

Het spoorwegmuseum in Kyoto is kleiner dan dat in Tokyo, maar nog steeds enorm groot en enorm leuk. Ook hier stonden een flink aantal treinen opgesteld, waaronder een complete Series 0 Shinkansen. Ook heeft het museum een draaischijf waar hun grote collectie stoomlocs mag pronken. Jammer is dat er, in tegenstelling tot in Tokyo, weinig treinen voor publiek toegankelijk zijn.

Er is een flinke afdeling waar de kneepjes van railtechniek worden uitgelegd. Normaal is dat niet mijn favoriete onderwerp, maar hier werd het zo leuk en speels gepresenteerd dat het voor iedereen toegankelijk was. De twee klassen Japanse kleuters die door het museum stuiterden vermaakten zich net zo goed als wij met het al dan niet uit de bocht laten vliegen van treinwielen en het sluiten en losmaken van koppelingen. Boven was een prachtige tentoonstelling over eh… iets met reizigers. Wegens het ontbreken van Engels tasten we nog steeds in het duister.

Het museum zit in een splinternieuw gebouw, inclusief panoramadak met uitzicht over Kyoto. Het oude stationsgebouw van Nijo is onderdeel van het museum.Kyoto railway museum

Met een uurtje over namen we de metro naar het Keizerlijk Paleis. Dat zat al tegen sluitingstijd aan, maar het park was nu een prettige plek voor een wandeling. Het was zachtjes gaan regenen, waardoor het lekker rustig was. Van het paleis hebben we voornamelijk muren en een paar prachtige poorten gezien, maar het mooiste was nog een oude man die in regenpak gehuld de zwerfkatten in het park voerde. Japanners houden van katten, daar waren we al achter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.