Er lagen dus foto’s en een paar aantekeningen voor wat anders klaar, iets over wandelen misschien, over sneeuw, over data en wellicht een iets serieuzere ondertoon. Niets van dat alles. Thuiswerken vreet energie en ik kreeg geen Covid-19, maar mijn klassieke bijholteontsteking. Dus, ik las boeken, keek films en series en breide.
Ik breide Doctor Who-sokken. Die wilde ik stiekem al jaren, maar ik vind merchandise-spul vaak onrechtvaardig duur. De Doctor Who-spullen in huis bleven dus beperkt tot de theepot (ja, het grapje dat die groter is aan de binnenkant kennen we). Gelukkig vond ik steeds meer goede Doctor Who-patroontjes op Pinterest, dus kon ik de sokken met wat gepuzzel zelf breien. Het enkelgedeelte met de Tardis werd wat hoger dan de bedoeling was, maar daardoor wel lekker warm. Voor de voeten koos ik een herhalend patroon, omdat dat gedeelte ofwel onzichtbaar is, ofwel stuk gaat – een beetje zonde van de zorgvuldig uitgetelde Oot, sonic screwdriver of dalek.
Omdat ik het donkerbruine vermoeden had dat ik deze winter veel meer op mijn pantoffels zou lopen dan op schoenen, mocht ik best een extra projectje voor mezelf breien. Ik koos voor deze sloffen van Drops, maar dan in effen rood omdat ik die wol nog had liggen. Bovendien had ik nog nooit wol gevilt in de wasmachine en dat moest ik toch ook eens proberen. Het is een beetje vreemd om rare grote sloffen in de wasmachine te gooien, en het resultaat heeft nog wat leerpuntjes, maar het is zalig warm en comfortabel. Als er lichtpuntjes zijn in de donkere thuiswerkdagen, dan zijn ze misschien wel van rood vilt.