Naar het noorden en terug, dag 7

Vergeet de grote fjorden in zuidwesten, de schoonheid van de kust van Nordland is verbluffend. Langzaam varen we een witte wereld in. De poolcirkel is gepasseerd, wat aan boord wordt gevierd met een soeplepel ijs in je nek en een borrel. Skol!

Nee, gisteravond nog geen noorderlicht, daarvoor zaten we nog iets te zuidelijk. Wel een stikdonkere en koude avond, die we na het diner doorbrachten met een wandeling over dek (ik), een beetje poedelen in het bubbelbad (Maurits), een kop thee in de hut en ten slotte een bodempje whisky uit de rugzak.

Omdat onze hut wel een raam heeft, maar uitkijkt op een van de reddingsboten, zaten we vanmorgen alweer vroeg aan het ontbijt, met het geluk van een tafel bij het raam. Ik heb slechtere uitzichten gehad bij mijn meusli. In Nordland is de lente net begonnen. Waar gisteren alleen de bergtoppen voorzien waren van poedersuiker, is nu alleen de kust sneeuwvrij. De bergen zijn hier niet hoog, wel spectaculair en het landschap is leeg. De boerderijen staan versnipperd langs de kust, wegen zijn er nauwelijks en vijf huizen maakt een dorp.

In de ochtend passeren we de poolcirkel. Voor mij is het de zevende keer dat ik de denkbeeldige lijn passeer, waarmee ik me een soort poolcirkelsnob voel, maar het is de eerste keer dat iemand me er een certificaat voor geeft.

De Hurtigrute heeft aardig wat vermaak aan boord, waar wij doorgaans niet heen gaan. We Googlen de lokale fauna zelf wel in plaats van een lezing te bezoeken en we kunnen zelf door Trondheim lopen in plaats van honderden kronen neer te tellen voor een toerbus met gids. Maar de Poolcirkelceremonie op dek 7 mogen we naar het schijnt niet missen en even later staan we tussen het dik ingepakte passagiersbestand, terwijl het barpersoneel glazen poolbubbels probeert te slijten.
De ceremonie is best grappig. Toespraakje, verhaaltje over Neptunus die rond de boot zou zwemmen en na wat applaudisseren aan dek komt. Ik herken het bemanningslid dat zijn knot even los draagt en een blauw gewaad en een lange baard draagt. Daarna staan Neptunus en de kapitein klaar met een vat ijs en twee grote soeplepels voor de Arctische doop. Wie wil? De dopeling krijgt een ijs in de nek geschept, dat grijnzend aangedrukt wordt, zodat het je thermoshirt in loopt. Een schep op je hoofd en een glaasje pruimenstooksel en je bent gedoopt.
Het is grappig hoe groepsdruk werkt. Waar we eerst staan de griezelen en tegen elkaar zeggen dat het slecht is voor onze donsjassen, stapt Maurits even later naar voren en kan ik ook niet achterblijven. Dat pruimenstooksel is trouwens best lekker.

In de middag leggen we een paar uur aan in Bodø, een provinciestadje met niet al te veel charme. Het is de hoofdstad van de provincie Nordland, waarschijnlijk omdat Narvik te noordelijk was en Mo i Rana nog saaier. De stad was vorig jaar culturele hoofdstad van Europa, waaruit men slechts misplaatst optimisme kan afleiden.

De winter is hier amper voorbij. Overal liggen hopen halfgesmolten sneeuw en iedereen rijdt nog verplicht op spijkerbanden. Hier staan geen snoezige houten huisjes, maar flats en staal, glas en beton.
Natuurlijk lopen we eerst naar het station, het noordelijkste station van de Noorse spoorwegen. Narvik ligt weliswaar noordelijker, maar heeft alleen verbinding met Zweden. Het stationsgebouw is een aardig staaltje jaren vijftig-bouw en er is bovendien een restauratie die enorme borden lunch serveert. De ober spreekt maar matig Engels, dus mijn Noors is toch nog ergens goed voor.
Het hele centrum, inclusief een paar winkels, kerk en gemeentehuis kost ons een uurtje. Dat is mooi, meer tijd hebben we toch niet. Als we wegvaren vallen er vlokjes natte sneeuw.

Voor de statistieken (er verandert ook vandaag niks):
treinen: 8
boten: 2
bussen: 0
trams: 2

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.