Potsdam; Plattenbau en rococo

Hollandse wijk Potsdam

Potsdam, dat is de plek waar toeristen heen moeten voor Sanssouci en het oude Hollandse wijkje. Het stadje ligt net buiten Berlijn en ik was er nog nooit geweest, deels omdat ik weinig aan verplichte toeristenlijstjes doe, deels omdat ik in Berlijn doorgaans op metrokaarten A+B reis en Potsdam in zone C valt. Toen doken er weer goedkope treinkaartjes op en gingen we naar Potsdam; niet een dag, maar drie dagen.

Potsdam telt ruim 160.000 inwoners, lag in de DDR, maar grensde aan West-Berlijn en bezit een universiteit en een historisch centrum. Gezien de berg toeristische informatie die er in een oogwenk uit Google te trekken is, moet de stad een flinke berg toeristen binnenslepen, maar half december is het koud en rustig. Ze missen wel wat aan de kerstmarkt, want daar zijn Duitsers goed in. In de oude winkelstraten van Potsdam staan talrijke sfeervol aangeklede eet-, drink-, en snuisterijententjes. Platvloerse kerstmuziek en goedkope potten- en pannenkramen ontbreken, al is er wel een aardige kermis voor de jeugd opgetuigd. Een ritje in het reuzenrad is alvast een goede manier om de lichtjes van de stad te bekijken.

Potsdam kerstmarkt

Dat Potsdam er zo mooi bij ligt mag een wonder heten; de stad werd stevig gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog. Het DDR-regime zag liever zo min mogelijk tekenen van een groots verleden en liet veel oude gebouwen slopen. Inmiddels is de stad keurig gerestaureerd, en gaat het zichtbaar voor de wind. De winkels zijn getooid met merknamen die menig portemonnee te buiten gaan, op straat zien we dure auto’s en dito winterjassen. Een blik in een makelaarsetalage leert dat de lokale huizenprijzen beslist niet onderdoen voor de betere delen van de Randstad.

Net buiten het centrum ligt Sanssouci, dat natuurlijk de naam is van het zomerpaleis dat keizer Frederik de Grote er tussen 1745 en 1747 liet bouwen, maar wat in feite een enorm park vol paleizen, theehuizen en kerken is. Na een rondje door de binnenstad en bezichtiging van het park staat de stappenteller op 14 kilometer. Het gros van de gebouwen, maar ook fonteinen en tuinen is opgetrokken in de overdadige rococo-stijl, die het tandglazuur aantast en menig bezoeker overprikkeld het park doet verlaten. Wegens de vrieskou zijn de meeste beelden ingepakt in een soort houten wachtershuisjes, maar dat maakt het er amper rustiger op.

Vrijwel alle gebouwen zijn te bezoeken. Dat gebeurt doorgaans per rondleiding op afgesproken tijdstip, wat doet vermoeden dat de mensenmassa’s hier in de zomer vrij stevig zijn. Voor wie ambities heeft om alles te bekijken zijn schappelijk geprijsde dagkaarten te krijgen; daarna moet men waarschijnlijk een paar dagen bijkomen in een witgeschilderde ruimte zonder enige decoratie. Wij houden het op Sanssouci zelf, dat ondanks zijn pronte voorkomen niet heel groot is, maar beslist eh… prachtig. Een orangerie verderop komen we bij met een paar verrukkelijke stukken taart en verbazen ons over het Wikipedia-lemma over keizer Frederik de Grote. De belangrijkste vraag; waarom is het leven van deze man nog niet verworden tot Netflix-serie? De ingrediënten zijn er: een tirannieke vader, een jongetje dat op zijn kop kreeg als hij in de winter handschoenen aantrok, een voor zijn ogen vermoorde beste vriend, de fluitleraar die zich verstopte voor eerder genoemde vader, vermeende homoseksualiteit plus een liefdeloos huwelijk, een heleboel oorlog en meer dan fabelachtige decors en kostuums. We zitten klaar met de popcorn.

Sanssouci

Als contrast na alle engeltjes en tierelantijntjes zijn de wijken buiten het centrum een Walhalla voor Plattenbau-liefhebbers. Wijken als Drewitz en Waldstadt I en Waldstadt II werden in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw volgeplempt met rijen en rijen gelijksoortige flats. Alles was en is nog steeds prima ontsloten met het ov, dus dat nodigt uit tot een safari door de betonnen jungle. Echt troosteloos en grijs wil het echter niet worden. Zelfs hier is Potsdam welvarend; vrijwel alle flats zitten netjes in de verf en in de parken spelen kinderen in dure winterjassen. Eentonig is het zeker, maar de Oost-Duitse treurigheid moet elders gezocht worden.

Na een paar dagen door Potsdam slenteren verbaas ik me erover hoe internationaal de historie van deze stad oogt; Hollandse huizen in de binnenstad, de Russische wijk Alexandrowka en een Noors matrozenstation, waar nu een nogal deftig restaurant huist. En dan hebben we nog een heleboel paleizen en musea overgeslagen, terwijl de wandelpaden langs de Havel er in een ander jaargetijde aanlokkelijk uit zouden zien. Het zou zomaar niet de laatste keer zijn dat we in Potsdam rondlopen. We besluiten de rondtrip bij misschien wel het indrukwekkendste bordje van de stad. De Glienicker Brücke was van 1952 tot 1989 hermetisch afgesloten; de Havel was de grens tussen Oost en West. De brug werd wel ‘Brug der eenheid’ genoemd, maar van eenheid was in die jaren weinig te bespeuren. De brug werd wel bekend omdat er een aantal malen spionnen werden uitgewisseld. “Hier waren Deutschland und Europa bis zum 10. November 1989 um 18 Uhr geteilt” meldt het bordje. Omdat wij nooit vergeten hoeveel kwaad muren en gesloten grenzen in de geschiedenis aanrichten, denk ik er maar bij.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.