Er is niets zwaarder dan naar je rustdag lopen, mentaal dan hé? Als we de West Highland Way aaneengesloten hadden gelopen had ik dat prima gevonden, maar vandaag liepen we naar de rustdag en waren de benen inderdaad aan rust toe. Toch liep het allemaal bijzonder vlot vandaag; goed pad, mooie omgeving en als bonus het beste lenteweer dat Schotland te bieden heeft.
We mogen niet weg uit onze b&b zonder een stukje fruit voor onderweg. Bovendien zijn onze broeken en schoenen brandschoon gewassen en gepoetst. Alsof we net vers uit de buitensportwinkel komen lopen gaan we op pad. We moeten even op gang komen, maar met een full Scottish breakfast achter de kiezen lukt dat heel aardig. Eigenlijk is het vandaag allemaal vrij simpel; het pad volgt tot Tyndrum ongeveer de autoweg en de spoorlijn. Wie echte leegte verwacht moet goed z’n best doen om de herrie van de auto’s in de verte te negeren. De trein maakt nog meer herrie, maar komt zo weinig langs dat we af en toe stoppen om ‘m te bekijken.
Het weer is werkelijk formidabel; zonnig en tamelijk warm. Al voor vertrek smeren we zonnebrandcrème en na een tijdje klimmen verdwijnen ook de jassen in de rugzakken. Het pad is goed en zeer eenvoudig te volgen. We klimmen veel, maar nergens steil of lang. Soms hebben we een aangeplant stukje bos, meestal lopen we tussen ruig grasland en uitgebloeide varens. Om ons heen pieken de Ben’s, steeds vaker met plekjes sneeuw.
Bij Crianlarich is een waterscheiding en staan we op de helft van de West Highland Way. We vieren het met een picknick op een bankje, met uitzicht over de bergen. Het plaatsje Crianlarich laten we links liggen. Het is weliswaar maar een kwartiertje lopen van het pad af, maar ook flink afdalen. Wij lopen door over een oude militaire weg, waar vroeger met koetsen met vijf paarden werd gereden. De weg daalt en stijgt aardig; ik snap waarom er zoveel paarden nodig waren.
In Strathfillan komen we langs een boerderij annex camping annex winkel annex annex café. Eigenlijk is alles nog dicht, maar we maken dankbaar gebruik van de picknicktafel en het toilet. Onderweg stoppen we nog even voor een foto van het meertje waar Robert the Bruce na de slag bij Dalraight zijn zwaard zou hebben hebben gegooid. De hele omgeving is inmiddels nageplozen met metaaldetectoren en het zwaard is niet gevonden. De legende is dus waarschijnlijk onzin, maar het meertje is daarom niet minder mooi.
De zon schijnt nog steeds volop als we Tyndrum bereiken en inchecken in ons hostel. Het hostel is ruim en we hebben het zowaar voor onszelf. Tyndrum is een soort wildwestdorp met een inn, twee diners, een supermarkt op microscopisch formaat, een tankstation en te veel verblijfshoreca. Bij een pint in de pub bespreken we de plannen voor morgen. Nietsdoen, of de trein naar Oban nemen om daar niets te doen. Als we naar het hostel teruglopen houdt Maurits me tegen. ‘Maximumsnelheid bereikt.’ En gelijk heeft -ie.