Naar het noorden en terug, dag 9

Het is gelukt, we kunnen een vinkje achter het noorderlicht zetten. En achter Noorse wafels en een dik pak sneeuw ook. Korte broeken en hooikoorts in Nederland zijn inmiddels vrij abstracte concepten.

Gisteravond aten we met de luxaflex wagenwijd open. Zou het? ‘grote kans op noorderlicht’ meldde het noorderlichtbericht (dat bestaat), dus we trokken een hoop warme kleren aan voor een wandelingetje naar Prestvannet, een meertje hier vlakbij. Prestvannet ligt hoog en is relatief donker, dus er stond een heel rijtje toeristen met camera’s en selfiesticks in de aanslag. Maar het was voor ons al voor Prestvannet raak. Even gloeide een brede lichtgroene streep op tussen de wolken om net zo snel weer te verdwijnen. Op Prestvannet ging de lichtshow door, tot grote vreugde van het publiek.

De ochtend begint met uitslapen en een lang ontbijt. Geen uitgebreid buffet meer, maar we kunnen zelf ook prima iets lekker regelen. Daarna pakken we ons dik in en nemen de bus naar Mortensnes. Ik had nog geroepen dat ik niet per se naar mijn oude studentenhuis hoefde, maar stiekem is het toch leuk om weer op Ørneveien rond te lopen.
We klimmen wat verder de heuvel achter Mortensnes op. De sneeuwploegen rijden af en aan om de voorraad van vannacht te verwerken en als we een foto nemen lacht de chauffeur ons vrolijk toe. Rare jongens, die toeristen!

Tromsø is een stad van bijna 80 duizend inwoners die grotendeels op een eiland ligt. Het hoogst gelegen gedeelte van het eiland is grotendeels onbebouwd en als we het pad naar Hamna inslaan staan we tussen de berkenbomen, tot over onze enkels in de losse sneeuw. Het pad bestaat uit voetstappen en sporen van ski’s, en we komen alleen een dik ingepakt Noors gezin op ski’s tegen. Om ons eraan te herinneren dat we toch in een grote stad zijn horen we regelmatig het gebulder vanaf de luchthaven en hangt er een milde kerosinegeur in het bos.
Aan de rand van Hamna nemen we de bus naar het centrum. Het is inmiddels weer gaan sneeuwen, zo hard dat het werk van de sneeuwploegen in het niets verdwijnt. “Je moet er wel tegen kunnen dat je werk nooit af is,” volgens Maurits.

In het centrum kopen we een paar cadeautjes voor onze lieve kattenoppassen en lunchen we met Noorse wafels. Het café heeft een flinke lijst Noorse speciaalbieren, maar we bestellen toch meer thee en koffie bij de wafels.
Als onze magen gevuld zijn pakken we de bus naar Tromsdalen, het stadsdeel op het vasteland. De 24-uursbuskaarten zijn er inmiddels wel uit. We lopen naar Ishavskathedralen, waarschijnlijk het bekendste gebouw van de stad, en terecht. Het gebouw heeft een heel bijzondere lichtinval, die extra spectaculair wordt omdat de zon net is gaan schijnen. Eigenlijk is het alleen in bijnaam een kathedraal; de officiële naam is Tromsdalen kirke, maar ik ken weinig godshuizen met zo’n bijzondere uitstraling.

De voeten zijn moe en we pakken de bus terug naar het appartement. Het dooit een beetje en het is vermakelijk om te zien hoe de bussen door de sneeuwmodder de haltes binnenglijden. Morgen staat er weer een busrit op het programma. De reis zuidwaarts gaat beginnen, en de bus naar het Finse Kilpisjärvi vertrekt één keer per dat, om zeven uur s’ochtends. We denken er nog even niet aan hoe vroeg morgen de wekker gaat.

Voor de statistieken:
treinen: 8
boten: 2
bussen: 7
trams: 2

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.