Naar het noorden en terug, dag 10

Wekkers om vijf uur s’ochtends zijn beslist geen vakantie, maar het was de moeite waard. We doken verder de diepvries in en kwamen erachter dat we langlaufen leuk vinden. In Kilpisjärvi nu eens geen neerslag, maar stralende zin bij een graad of zes onder nul. Het mooiste weer van de wereld.

Ik zal ophouden over de vroege wekker, want het was mijn eigen idee om naar Kilpisjärvi te gaan. Of tenminste, ik trok deze busverbinding ooit uit Google en bedacht dat ik hierheen wilde. En eerlijk; als je eenmaal wakker bent valt het wel mee. Ontbijt naar binnen, laatste zooi in de tassen en wegwezen.

In de korte tijd die we in Tromsø doorbrachten is er ruim tien centimeter sneeuw gevallen, en het sneeuwt nog steeds. In Nederland zou dat reden zijn om gillend het hele verkeer plat te gooien, hier spotten we een paar auto’s, een dik ingepakte fietser en de stadsbus, keurig op tijd. Oh ja, en de gebruikelijke sneeuwruim-machinerie, die waarschijnlijk een nachtdienst heeft gedraaid. We glibberen naar Prostneset, waar het grote busstation is voorzien van een verwarmde wachtruimte, geen overbodige luxe.

De bus naar Kilpisjärvi is een luxe touringcar die het merkbaar meer van toeristen dan van Finnen en Noren moet hebben. Het ritje naar het drielandenpunt, waar Kilpisjärvi vlakbij ligt, kost 3,5 uur en het sneeuwt nog steeds hard. Langzaam verandert het landschap om ons heen. De dorpen worden kleiner en liggen verder uit elkaar, de bergen worden hoger en bij Skibotn nemen we afscheid van het laatste stuk fjord en rijden de bergen in, naar Finland. Hier groeien geen sperren meer, alleen nog iele berkjes die tot hun oksels in de sneeuw staan. De zon breekt door terwijl de thermometer in de bus daalt.
Bij de camping van Kilpisjärvi staat de thermometer op -10 en is de wereld ingepakt in een halve meter sneeuw. De zon is verblindend fel. We zijn wat vroeg, ondanks het uur tijdsverschil, maar een uitermate vriendelijke dame geeft ons vast de sleutel van blokhut 12, dat een schattig roodhouten gebouwtje blijkt te zijn. De kachel staat al aan.

Deze middag willen we langlaufen. Waarschuwing vooraf; onze ervaring met lange latten is in beide gevallen nihil. De vriendelijke receptiedame heeft al snel door dat we hier geen verstand van hebben, levert ons beginnersski’s en wijst ons op de vlakke route over het meer. Ja, over het meer, want dat is stijfbevroren en er ligt een mollig laagje sneeuw op.

Bij de oever hannesen we met de bindingen tot we op lange latten staan en na wat inleidend gestuntel blijkt dat we dit best kunnen. Een beetje dan, want alle Finnen halen ons in en zijn te beleefd om ons uit te lachen, maar stiekem zijn ze wel handig om de kunst af te kijken. We komen er ook achter dat dit eigenlijk best zwaar is, maar dat mag de pret niet drukken. Het landschap is wit, wijds en wonderschoon, met uitzicht de Saana en de Iso-Malla. Ter ondertiteling; dit zijn Beroemde bergen, in Finland dan. “Zullen we ze morgen ook maar huren?” vraagt Maurits als we van het ijs stappen.

Terwijl ik dit schrijf vallen de laatste stralen zon op het meer. We hopen natuurlijk stiekem op nog meer noorderlicht, want daar was het gisteravond echt te bewolkt voor. Morgen gaan we nog een dagje skilopen, dus de Finnen kunnen zich in elk geval vermaken.

Voor de statistieken:
treinen: 8
boten: 2
bussen: 9
trams: 2

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.