Naar het noorden en terug, dag 2

berk-weiland-boerderij-berk-heuvel-weiland… “Op zondag heel Jutland doorreizen, dat wordt een bijzonder prikkelarme dag”, voorspelde Maurits met de vakantie-Excel voor z’n neus. Dat viel eigenlijk wel mee, want voor wie oplet is altijd wel wat te zien.

De dag begint vroeg, maar niet zo vroeg als gisteren. We aten gisteren bij de Peter Pane, onze Duitse guilty pleasure-keten en hebben ons braaf ingehouden met de cocktails die men daar royaal pleegt te schenken. De Deense rubberneus (IC3 voor de liefhebbers) staat al op het station te ronken. Ik moet bij deze treinen steeds aan de dholes uit Doctor Who denken, maar als ik daar over na ga denken durf ik geen enkele trein meer in. Op het station van Padborg volgt grenscontrole, maar op de vroege zondagochtend zijn er meer douaniers dan passagiers.

Het is een beetje vreemd om met een 35 jaar oude dieseltrein over geëlektrificeerd spoor te rijden, maar het zou ergens ook zonde zijn als de Deense spoorwegen hun onverwoestbare rubberneuzen de deur uit zouden doen. We komen langs een stil stationnetje waar een bouwsel van Ansaldo Breda staat weg te roesten (dat doen ze trouwens verbazingwekkend snel).

Omdat onze dag langer is dan Jutland groot is houden we een lange lunchpauze in Aalborg, terwijl de grote rugzakken in een stationskluis bivakkeren. Aalborg is een provinciestadje, maar wel een mooi provinciestadje, met een oude binnenstad en hip-industriele bebouwing in wat vroeger de haven was. We stappen vrij random een lunchcafé in dat Peace heet, die naam kan geen kwaad in deze tijd. Omdat ze tot diep in de middag brunch serveren staat de tafel even later vol heerlijks. De Denen om ons heen kleden zich collectief in stijlvol donkergroen-marineblauw-ecru-taupe, een afspraak die wij even gemist hebben, maar blijkbaar verdraagt men ons.

In de trein naar Hirtshals gaat Denemarken door met Denemarken zijn. Aan dramatische, wonderschone of spectaculaire landschappen doet met hier niet, maar het is fraai genoeg om me regelmatig af te leiden van mijn boek. Om bij de Fjordline-terminal te komen kun je de bus pakken, maar je kunt ook uitstappen bij een stationnetje waarvan ik de naam vrij vertaal naar ‘Kleinigheid’ (trein stopt alleen op verzoek, druk op de stopknop). Daarna is het een half uur lopen over een verwaaid industrieterrein. De wandeling wordt opgevrolijkt met een wasserette met een totempaal, betonnen bunkers annex hangplekken en een strand dat eigenlijk heel mooi is. Het heeft ons nog 40 kronen per persoon bespaard ook.

De terminal is nog dicht, maar de wachtruimte is warm en heeft stoelen en een toilet. De veerboot ligt al aan de kade, wij verheugen ons alvast op het buffet, want deze Fjordline-route kennen we nog niet. Op naar de stortregen in Bergen!

Voor de statistieken:
treinen: 8
boten: 1
bussen: 0

Een gedachte over “Naar het noorden en terug, dag 2

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.