We zijn niet goed in niets doen, en vandaag lukt het zodoende ook niet. Wel: rustig opstaan, het dorp door slenteren, een museum en een middagdutje. Nee, niet niks, maar wel weinig. En vanavond is er pizza, omdat maandagavond pizza-avond is in Cross.
Gisteravond aten we in de herberg, die weliswaar niet open was, maar kookte voor gasten. Zes gasten in totaal, plus twee van de b&b aan de overkant van de straat. Kleinschalig zeker, gezellig ook. De menukaart is uitstekend, als veganist of met stevige voedselallergieën kom je prima de eilanden over, en ook in alcoholvrij bier is royaal voorzien. Wij vallen aan op onze borden. Als we na het voor- en hoofdgerecht om de dessertkaart vragen kan een grap over de hungry cyclists niet uitblijven. Nee, verder geen roerige nacht in de bar, we kijken wat BBC op onze kamer en al snel vallen de ogen dicht.
Er gaat geen wekker en we staan als laatste gasten beneden voor het ontbijt. De wind en het klimwerk van gisteren hebben zich vastgebeten in onze bovenbenen, en ik twijfel of we vandaag genoeg gaan ondernemen om een full Scottish te verteren, maar lekker is het wel.
We slenteren als eerste naar Cross Stores, de enige supermarkt in het noorden van Lewis, die niet anders is dan wat we hier al kennen; alles wat je ook maar nodig zou kunnen hebben op een bescheiden aantal vierkante meters. Kranten hebben ze niet, dus die heb ik ook niet nodig. De tweede stop is het historisch museum. Daarvoor lopen we technisch gezien naar Dell, omdat de dorpen Dell, Cross en Nes alleen op basis van de plaatsmarkeringen te onderscheiden zijn. De rij uit elkaar liggende crofterswoningen wordt simpelweg onderbroken met een kombord voor de volgende plaats, in Gaelic en Engels. Straatnamen bestaan hier niet, Dell 8 is voldoende.
Het museum vertelt het verhaal over het leven op dit winderige, afgelegen stukje wereld in beide talen. Het museum is gratis, de de vrijwillige suppoost al even spraakzaam en belangstellend als iedereen die we hier spreken. “Welcome, how are you?” Alles is een opening voor een gesprek, of je nu een toerist bent of de postbode die ook even binnen komt vallen. Dat gesprek gaat in het Gaelic, waar ik niets van versta, maar wat me doet bedenken waar al die Engelse th’s en sh’s, die ik op de middelbare school zo verfoeide, vandaan zouden kunnen komen.
De bewolking is vandaag te dik om weg te smelten onder de zon en onze voeten hebben geen zin in een lange wandeling. We slaan het pad naar de kust in, om even bij het strandje achter te dorp te kijken. Het pad loopt tussen muurtjes van exact gestapelde stenen, bedekt met gras en wilde bloemen. Achter de muurtjes zijn weilanden vol in plastic verpakte rollen hooi en stukken moerassig veen waar schapen de groene sprieten tussen de heide uit knabbelen. De overvloedige regen, de dikke sponzige laag veen en het hoogteverschil vormen kleine riviertjes die afwateren in de zee, waardoor er tientallen baaitjes en strandjes zijn. Op dit strand is niemand, en de vogels vluchten weg voor een zeearend die rondjes boven ons blijft draaien in de hoop op iets eetbaars. Als we teruglopen merkt Maurits op dat de kerk een veerooster op de oprit heeft. “Is dat om de schaapjes binnen of buiten te houden?”
We lunchen in het café van het museum, dat het bekende menu van zelfgebakken cake, soep van de dag, sandwiches en tosti’s voert. Deze keer is het geen kaal etablissement, maar vrolijk groen geschilderd en aangekleed met schilderijen en oude meubels, waardoor het als een verlengstuk van het museum in hetzelfde gebouw voelt. Het is onverwacht druk voor een maandagmiddag. Lunchen met boterhammen uit de winkel had ons een paar pond gescheeld, maar ponden in community cafe’s zijn altijd welbesteed. Het zijn hier de dorpshuizen, waar iedereen die het om wat voor reden moeilijk heeft welkom is, plekken waar kinderen muziekinstrumenten leren bespelen en lokale kunstenaars kunnen exposeren, en ze hebben een rol in het behouden van Gaelic, de taal die hier nog leeft, maar met 58 duizend sprekers een wankele toekomst tegemoet gaat.
Vanavond is de keuken van onze herberg dicht, maar is de pub open, een oud stenen gebouwtje met een leistenen dak achter de herberg. Elke maandagavond staat er een pizzatrailer op de oprit, pizza’s op te eten in de pub. Vanavond eten we dus pizza, ongetwijfeld met een biertje erbij, en het zou weleens gezellig kunnen worden. Misschien doen we eerst maar even een middagdutje.
Excuses voor de link naar Flickr van gisteren, deze zou wel moeten werken (dank je, Bas!). En ja, ik maak spel- en tikfouten in deze blog. Een deel corrigeer ik onderweg, als er voldoende wifi is om meerdere blogs te bewerken, maar een deel zal ik er pas uithalen als ik de teksten bewerk tot een boek, met oplage één.