Deze week las ik drie bespiegelingen van krantencolumnisten over kijken of niet kijken. Ik was er snel uit; niet zozeer omdat het wereldkampioenschap voetbal in Quatar gehouden wordt, met alle ellende van dien, maar omdat ik nagenoeg niets met de sport voetbal heb. Een voetbalwedstrijd komt op mij over als 22 miljonairs die over een stuk gras rondhobbelen in de hoop dat er aan bal langskomt, en die op de grond gaan liggen piepen als de tegenpartij hen met een vinger aanraakt. Ik snap voetbal niet, en waarschijnlijk snapt voetbal mij niet. Mijn kijken-of-niet-moment viel al eerder. Lees verder “Kijken of niet kijken”