Vandaag nemen we de trein naar Berwick, onze laatste overnachtingsplaats bij de Britten. Het einde van onze toch begint in zicht te komen, morgenavond slapen we op de ferry naar IJmuiden. Of we Schotland gaan missen? Waarschijnlijk zijn we binnen een paar jaar terug. Zei iemand Great Glen way?
Gisteravond aten we in Inverness. Maurits slaagt er in om een Loch Ness Monster burger op de kaart te traceren, ik smul van vegetarische haggis omdat dit bestaat in dit uitermate vega-vriendelijke land. We eten in een pub die live muziek belooft, wat in een toeristenplaatsje als Inverness totaal verkeerd kan aflopen, maar hier best goed gaat; een vent die een aantal goede reels en jigs uit zijn accordeon weet te toveren, en een man in een kilt die een geboren verhalenverteller en komediant blijkt. De grap van de avond? Een samenvatting van Outlander in twee woorden (in een hoog stemmetje): ‘Oh Jamie!’ Net getest; Maurits moet nog steeds hardop lachen als ik dit doe.
We sluiten de zitting af met een wee dram en een wandeling langs de rivier. Terwijl we over het water staren valt de naam Great Glen way. Die eindigt hier. Misschien een smoes om hier nog eens rond te lopen, want het is beslist een fraai stadje, met wat meer redenen van bestaan dan Fort William aan de andere kant van de Grote Kloof.
De bonus van de avond wordt de rode kater van de buren van het hostel, die de lobby binnenwandelt om een beetje aandacht te regelen. Over aan paar nachtjes kunnen we thuis ook weer zo’n rood vachtje aaien.
De hostelbedjes slapen prima en om half tien staan we op het station met een continental breakfast achter de kiezen. We halen lunch en een Guardian en stappen in het ronkende dieselstelletje naar Edinburgh. Er zijn meer mensen die er zo over denken, want de trein is afgeladen vol, en op elk station willen er meer mensen in dan uit. Daarbij komt dat een deel van de mensen reist met koffers die alleen maar kunnen duiden op een intercontinentale verhuizing, of een hobby in olifanten transporteren. Nou verslepen wij twee fietsen, maar die hebben elk een ticket en een gereserveerde plek.
De reis gaat dwars door de Cairngorms, mijn eerste en misschien memorabelste bestemming in Schotland, hoewel ik van dit fantastische stukje Highlands me voornamelijk de binnenkant van mijn capuchon en mijn hoofdnet (toen: bushburka) herinner. Nu liggen de bergen in een mild zomerzonnetje, met bloeiende heide op de hellingen. We stappen over op Edinburgh Waverly. Waar het stervensdruk is. Dit weekend is de Tattoo.
We reizen vandaag naar Berwick. Als we vanochtend vroeg de Highland Chief train hadden gepakt waren we op tijd in Newcastle geweest om de ferry te halen, maar de fietsplekken waren bijzonder snel uitverkocht. Plan B was om de treinreis op te knippen. Edinburgh ligt voor de hand, maar daar zijn we al vaker geweest en overnachting is in augustus onbetaalbaar. Maurits bedacht dat Berwick altijd zo snoezig langs de spoorlijn lag, en we kozen voor dit Noord-Engelse havenstadje. De spoorlijn erheen loopt langs de kust, en af en toe duikt er een glimp Noordzee op, grijs en grauw vergeleken met de Atlantische Oceaan, maar het uitzicht is nog steeds mooi.
Berwick is echt prachtig, vol authentieke huisjes en kronkelende straatjes, met hier en daar een forse helling. Het woord ‘quaint’ valt zeer regelmatig tijdens onze wandeling door het stadje. Berwick combineert haar schoonheid, inclusief stadsmuren en kasteelresten met de sociaal-economische uitdagingen van een Noord-Engels havenstadje, wat een vreemde combinatie van snoezige straatjes, galerietjes, dichtgetimmerde winkelpanden en mensen in verwassen hoodies oplevert, de vape in de aanslag.
Morgen is niet echt onze laatste reisdag, want we fietsen zondag natuurlijk naar huis, misschien door de duinen, maar misschien ook door de polder, gewoon om snel thuis te zijn, kleren te wassen, boodschappen te doen en Charly onder luid protest plat te knuffelen. Voor de liefhebbers, morgen schrijf ik nog, en misschien zondag ook nog wel, om wat losse draadjes over die schitterende eilanden af te hechten. En daarna? Gelukkig zijn er altijd plannen voor nieuwe avonturen.
Prachtig beschreven Karolien!