Gekkenwerk

Een Kennedymars betekent tachtig kilometer lopen en het is gekkenwerk. Ik ben inmiddels gek genoeg om zes Kennedymarsen op mijn naam te hebben staan. Hoe het moet? Niet anders dan naar de supermarkt op de hoek lopen; gewoon je ene voet voor de andere blijven zetten.

Het idee ontstond begin jaren zestig toen de Amerikaanse president John F. Kennedy zich afvroeg of Amerikaanse militairen fit genoeg waren om binnen twintig uur vijftig mijl te lopen. Hij testte niet zelf, maar stuurde zijn broertje Robert.
Na de Vierdaagse van 2019 wilde ik een poging wagen, maar tijdens de Vierdaagse liep ik mijn rechterenkelband dusdanig aan gort dat lange afstanden er even niet in zaten. Daarna kwam corona en was er geen enkel wandelevenement meer. Of toch; de stichting Je Grenzen Verleggen begon individuele Kennedymarsen te organiseren. Individueel, dus zonder vaste route of ondersteuning. Als je met een app kon aantonen dat je aan de Kennedymars-eisen voldeed kreeg je een oorkonde opgestuurd, zelf uit te printen. Uit pure verveling probeerde ik het. Tachtig is ver, en Maurits sleepte me door de laatste tien kilometer heen. Notitie aan mezelf: niet in je eentje een Kennedymars lopen.

De tweede Kennedymars werd Someren. Het was 2023 en alles mocht weer, dus was het een groot feest. Het was afzien, maar ook gezellig, en er waren lieve vrijwilligers met thee, chocomelk en broodjes kaas. Het ergste moment kwam na afloop, toen mijn zwager me ophaalde en monter meldde dat de auto aan de rand van het dorp stond. Maar zelfs dat heb ik gehaald. Na Someren volgde meer. Inmiddels bezit ik plekje 1041 op de lijst van Kennedywalkers en staat het zesde stempeltje in mijn Kennedyboekje.

Ik volg geen enkel trainingsschema, omdat die geen rekening houden met een baan en een sociaal leven. In plaats daarvan train ik wel af en toe veertig kilometer; als je de eerste veertig kilometer goed doorkomt, dan lukt de tweede helft ook wel. Dat neemt niet weg dat je waarschijnlijk geplaagd wordt door een oplopend slaapgebrek (de meeste marsen lopen een nacht door) en dat de laatste vijftien kilometer alles pijn doet. “De laatste vijftien kilometer pas? Nou, daar teken ik voor!” zei een medeloper bij de start.

En toch ga ik weer. “Nooit meer” tijdens de beruchte laatste vijftien kilometer van mijn recentste Kennedymars veranderden al de dag later in “nooit meer een mars die om 00:00 uur start”, en ik houd alvast een weekend in september vrij voor wat wel eens de zevende stempel zou kunnen worden.
Wie Kennedymarsen loopt ziet, net als elke sportieve wandelaar, anderen voor zich. Mensen met meer Kennedymarsen natuurlijk, maar ook mensen die zich aan nog langere afstanden wagen; de 100 kilometer van de Dodentocht van Bornem is even beroemd als berucht en wie nog niet moe is zijn er LDWA-tochten. Voor een stempeltje van de Long Distance Walkers Association moet je minstens 105 kilometer afleggen. 105 kilometer? Ja dus. Dát is pas gekkenwerk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.