Op onze laatste dag in Tokyo misten er nog wat dingen uit de toeristische bucketlist, dus negeerden we de voorspelde regen en trokken onze wandelbare schoenen aan. De eerste stop was Tokyo station en het keizerlijk paleis. In het winkelcentrum onder Tokyo station (Japanse stations zijn minstens zes keer zo groot als je verwacht, omdat er overal extra winkelcentra onder, boven en naast zitten) zit een winkelgalerij met werkelijk elk kawai figuurtjes dat je kunt bedenken. Onze eigen Miffy mocht niet ontbreken, net als de Finse Moomin.
Het keizerlijk paleis mag je alleen in met een ticket waarvoor mensen letterlijk uren in de rij zitten, maar langs de muren lopen was ook al leuk.
Op naar Shibuya om alvast onze Hakone free passes op te pikken en te lunchen met een kom fantastische Udon noedels.
Ons plan was daarna om lekker door Shinjuku en Harajuku te banjeren voor het betere toeristenwerk, maar de voorspelde regen viel inmiddels, en hoe. Bij het oversteken van de Shinjuku crossing spetterde het en tien minuten later hoosde het. Nee, geen weer voor een stadswandeling. We hadden nog een b-optie voor het panoramaterras van het Tokyo Metropolitan City Building, maar dat was lekker dicht. Terug naar Ueno dan maar.
Ik heb nog niet geschreven hoe blij we zijn met het guest house waar we verblijven; basic, betaalbaar, relatief ruim en precies voldoende voorzieningen (USB- en verloopstekkers dus). Ons buurtje staat vol met lage, dicht op elkaar gebouwde huizen die bijna dorps aanvoelen. En ja, die futon slaapt aanmerkelijk beter dan we hadden verwacht.