‘I hope that you will always remember that Jesus loves you.’ De mevrouw, type vrolijke groene winterjas en alternatief kapsel, stapte op mij af alsof ze de weg wilde vragen. Haar hand rustte nog op de achterklep van haar auto. Het is zinloos om de weg aan mij te vragen in een stad waar ik de weg niet goed weet en ik heb überhaupt een slecht richtingsgevoel, maar G. liep naast me en hij weet overal de weg. Ik dacht dat hij me wel zou redden. Bovendien wilde ik beleefd zijn. Ik had Jezus niet zien aankomen, en ik had ook dus ook geen antwoord op hem. Ik mompelde iets dat als bevestigends zou kunnen worden geïnterpreteerd, en iets over een nice day, en we vervolgden onze weg langs de kade. Het was er grijs, nat en winderig.