Zweef

Dromen over vliegen en sterren, dat betekent toch iets? Inge de Wit woelde onder haar dikke winterdekbed. Ze tilde een ooglid op om op haar wekker te kijken. 6:23. Ik mag nog even, dacht ze. Ze stak haar rechterarm onder het dekbed uit om zich nog eens om te draaien. Zweefde haar arm nu weg? Het voelde raar, alsof iemand de zwaartekracht had uitgezet. Ik droom nog, dacht ze, en trok haar arm onder de deken om weer weg te suffen.

Gustaf jankte en krabbelde aan de deur van de slaapkamer. Hij vond blijkbaar wel dat ze wakker was. Dat moet ik hem eens afleren, dacht ze, en trok haar dikke winterdekbed om zich heen.

‘Gustaf, stil! Baasje slaapt!’

Ze draaide zich om, nog eens. Het jeukte tussen haar schouderbladen, zo’n jeuk die vanuit het niets ontstaat om je wakker te houden. Ze schoof haar arm naar haar schouderblad en krabde. De jeuk was weg, maar ze lag op haar rug. Hoe kon ze dan haar rug aanraken? Ze voelde met haar hand onder haar rug. Haar hand schoof tussen de matras en haar pyjama, allebei nog warm van het slapen, steeds verder en verder, totdat haar hele arm onder haar rug verdween. Doe niet zo mal, een mens kan niet zweven, dacht ze, en sloeg resoluut het dekbed van zich af. Gustaf jankte.

In plaats van uit bed te stappen, zweefde Inge weg uit bed. Eerst haar rechterhand, toen haar hoofd en haar schouders, haar romp en tenslotte haar benen. Haar linkervoet, die nog onder het dekbed zat, verliet het bed als laatste. Pas bij het plafond kwam ze tot stilstand. Haar maag trok paniekerig samen. Doe normaal Inge, doe normaal! Ze moest ontbijten, Gustaf uitlaten en naar haar werk, maar in plaats daarvan kroop ze als een hagedis over het plafond van haar slaapkamer. Ze zette zich af met haar handen om zich terug te duwen naar de vloer, maar het werd een soort sprong en ze landde weer op het plafond. ‘Ik wil naar beneden!’ piepte ze, haar stem te hees om te gillen. Uiteindelijk kroop ze naar de hoek van haar kamer, waar ze net de kapstokhaken aan de muur kon vastpakken en trok zichzelf naar de deurkruk om Gustaf te bevrijden, die piepend de slaapkamer in stormde. Dat zijn baasje in de lucht zweefde en zich aan de deurkruk vasthield leek hem niets uit te maken.

Hoe moest ze bijvoorbeeld haar ontbijt klaarmaken? Kon je cruesli überhaupt wel verteren als je in de lucht zweefde? Doe niet zo dom, dacht ze. Astronauten kunnen toch ook eten verteren? Of aten die alleen maar van die brokjes samengeperste voedingsstoffen? Bovendien waren astronauten gewichtloos door het ontbreken van zwaartekracht. Maar de zwaartekracht deed het prima. Er was iets met haar aan de hand.

Er was nooit wat met Inge aan de hand. Ze was, op een enkele verkoudheid na, gezond, woonde tot haar volle tevredenheid alleen in een appartement in een alleszins gemiddelde provinciestad, had een prettige kantoorbaan en een abonnement op de sportschool. Met Inge was nooit iets aan de hand, maar nu wel. Misschien houdt dat stomme gezweef op als ik iets zwaars pak, dacht ze, en klauterde naar de kapstok. Het dekbed had immers ook geholpen tegen het zweven, maar dat kon ze niet om houden. Op de kapstok hing de duster van oudtante Maartje, die Inge van haar moeder had gekregen na het overlijden van Maartje. ‘Hier, voor jou, da’s lekker warm, jij hebt het toch ook snel koud?’ Inge had niet willen tegensputteren, maar ze wilde geen kleren van haar dode oudtante aan, en ze vond de duster een lelijk, zwaar kreng. Dat kwam nu mooi van pas. Met de duster over haar flanellen pyjama zweefde ze nog steeds, maar ongeveer een halve meter boven de vloer. Uit haar boekenkast pakte ze twee zware boeken en stopte ze in de zakken van de duster. Ze zakte weer tien centimeter. Als ze zo laag zweefde, kon ze zich voortbewegen langs de meubels. Gelukkig woonde ze niet zo groot.

Ze maakte cruesli met yoghurt en een kop koffie en deed brokken in de bak van Gustaf. Tot haar verbazing lukte het haar om te ontbijten zonder al te veel knoeien. Nu moest ze eigenlijk douchen, maar dat kon ze overslaan omdat ze gisteravond na haar bodypumples ook had gedoucht. Ze trok zichzelf met een hand naar de wasbak en draaide met haar andere hand de kraan open om koud water in haar gezicht plenzen. Uit haar klerenkast zocht ze haar zwaarste kleren; een dikke spijkerbroek, een stevig katoenen shirt, een zwaar flanellen overhemd en haar wandelschoenen. Toch waren ze niet zo zwaar als de duster en ze kon nog net op tijd de kastdeur vastgrijpen. Onderin haar klerenkast lag een doos met fitnessspullen die ze in coronatijd had gekocht. Ze trok zichzelf naar de doos toe en grabbelde naar de pols- en enkelgewichten die ze had gebruikt om de online fitnesslessen wat zwaarder te maken. Met om elke pols en enkel een pond extra gewicht gebonden kon ze zich binnenshuis voortbewegen zonder als een insect over het plafond te kruipen.

Meestal trok ze een sportief jack aan om Gustaf uit te laten, maar vandaag koos ze haar zware wollen winterjas en stopte de boeken in haar zakken. Ze zweefde twintig centimeter boven de grond. Wat als de mensen op straat haar zouden zien zweven? Dat kon toch niet, een zwevende vrouw? Ze zouden filmpjes van haar maken en op sociale media plaatsen, en ze zou op tv komen! Inge moest er niet aan denken. Ze pakte haar rugzak van de kapstok, kroop terug naar haar klerenkast, en stopte haar dumbells erin. Dat was zes kilo. Met een paar boeken en een pak melk erbij raakten haar voeten voor het eerst die ochtend de grond. Voorzichtig liet ze de koelkastdeur los, eerst met een hand, toen met de andere. Ze stond. Ze deed voorzichtig een stap, en nog een. Ze kon lopen!

Buiten voelde ze zich alsof iedereen naar haar keek en alsof er elk moment iets heel engs kon gebeuren, terwijl er niemand te zien was. Zou iedereen vanochtend tegen het plafond wakker zijn geworden? Maar verderop in de straat liep een mevrouw naar haar auto, een hele gewone mevrouw in een lichte mantel en een kleine handtas. Ze was toch niet de enige? Waarom ik, dacht Inge, en heel even had ze zin om te huilen, maar ze liet zich afleiden door een vrolijk scharrelende Gustaf die net een stok had gevonden. Bij het hondenveld durfde ze de lijn niet los te laten. Wat als ze opeens weg zweefde? Hier waren geen kastdeuren, en om zichzelf aan een boom vast te klampen voor ze haar hond losliet, vond ze nou ook weer zo raar. Met een teleurgestelde Gustaf liep ze terug naar huis. Daar belde ze haar baas dat ze verkouden was, misschien was het wel corona, dus ze wilde beslist thuiswerken. Ze zweefde naar haar bureau, bond zichzelf met een broekriem vast aan haar bureaustoel en zette Teams aan voor het ochtendoverleg. Er was gelukkig nog iets normaals vandaag.

Als Inge op verjaardagen vertelde wat voor werk ze deed, vielen de monden open van verbazing. Werken voor een mediabedrijf, in Hilversum! Tv-programma’s maken, beroemde mensen ontmoeten en vast heel veel feesten en glitter en glamour! Maar Inge werkte als analist, van negen tot vijf, en zag alleen haar teamgenoten die niet beroemd maar meestal wel aardig waren. Beroemde mensen zag ze hooguit terug in de kijkcijfers die over haar laptop rolden. Ze had overal analist kunnen zijn, maar ze was toevallig hier beland omdat er een vacature was waar ze werd aangenomen. Haar baas zei soms tegen haar dat hij blij was dat er in elk geval iemand in deze wereld rondliep die normaal deed.

Morgen zal het wel weer over zijn, dacht Inge boven het restje lasagne van gisteren dat ze als avondeten had opgewarmd. Maar de volgende dag was het niet over, en de dagen daarna ook niet. Haar koelkast raakte leeg, en ze deed boodschappen met een zware rugzak om, zodat ze zich een breuk sjouwde. Beschouw het maar als compensatie voor niet naar de sportschool gaan, dacht ze. Bij bodypump had je genoeg zware gewichten om op de grond te blijven, maar hoe moest ze in haar lichte sportpakje van de kleedkamer naar de fitnesszaal lopen? En wat moest ze doen als ze in de zomer haar gewicht nog steeds niet terug had? Dan kon ze toch niet meer in een zware winterjas lopen? Ze had gegoogled of gewichtloosheid vanzelf overging, maar ze had alleen maar informatie over astronauten gevonden. Ten slotte bestelde ze maar een stel goedkope broekriemen, die ze op strategische plekken in haar huis vastmaakte om zich al vastgrijpend door haar appartement te bewegen. Zich vasthoudend aan een broekriem om de douchekraan en een beetje goede wil en handigheid kon ze zelfs douchen. De duster van oudtante Maartje lag nu naast haar op bed. Elke ochtend hoopte ze bij het wakker worden dat de duster niet meer nodig zou zijn, en elke ochtend moest ze de duster aantrekken zodra ze het dekbed van zich afsloeg.

Inge’s manager belde hoe het met haar ging.

‘Steeds beter hoor! Ik kwakkel nog wat, dus ik wil goed uitzieken. Nee, bloemen zijn niet nodig, zo ziek ben ik niet!’

‘Als je maar beter bent met het teamuitje, want daar willen we je niet missen’ zei haar manager toen hij ophing. Het teamuitje, dat was over anderhalve week. Ze zouden een workshop curling doen en lekker eten. Inge googlede hoe zwaar curlingstenen waren.

Op de curlingbaan droeg Inge haar zwaarste kleren en alle extra gewichten die ze verzameld had. Ze moest nog beginnen met curlen en zweette zich nu al te pletter, maar ze was blij om haar collega’s te zien en bezwoer hun met een zo geloofwaardig mogelijke glimlach dat ze weer beter was. Het curlen bleek nog een heel gedoe, met veel gebezem en zware stenen en twee teams. Inge stortte zich enthousiast op de stenen, hoe zwaarder, hoe beter. ‘Wat loop jij te zweten, weet je zeker dat je beter bent?’ vroeg een collega. Inge deed alsof ze hem niet gehoord had. Haar team won nog ook.

Toen moest ze plassen. Plassen was gedoe sinds ze geen gewicht meer had, zoals alles gedoe was zonder gewicht. Broek losmaken, wc-bril vastgrijpen, met één hand wc-papier afscheuren, ze begon er goed in te worden. Toen ze haar handen waste stond ze zichzelf toe om even de knellende gewichten van haar onderarmen af te halen, zodat ze koud water over haar verhitte polsen kon laten lopen. Zonder de dubbele polsgewichten was ze twee kilo lichter. Ze had zelf niet eens door dat ze een klein beetje, een paar centimeter maar, boven de grond zweefde, maar Josefien, die net de toiletruimte binnen kwam lopen, zag het wel. Josefien gilde, en wees naar Inge’s voeten. ‘Wat is er met jou?’

‘Sssssst, dat gaat weer over.’ Inge schoof de mouw van haar sweater op om het eerste gewicht om haar onderarm te binden.

‘Je zweeft!’

‘Dat weet ik, dus tetter alsjeblieft niet zo hard.’

‘Maar dat kan toch niet?’ Josefien keek alsof ze water had zien branden. Dat was eigenlijk niet onterecht, maar Inge wilde dit niet met haar collega’s bespreken, of in elk geval niet met Josefien.

‘Blijkbaar kan het dus wel.’ Met alle gewichten om haar onderarmen beende Inge het toilethok uit. Er is niks gebeurd, gewoon van je teamuitje genieten, hield ze zichzelf voor, maar het viel iedereen op dat ze bij de indoor barbecue wat stilletjes was. Ach, ze heeft het toch wel flink te pakken gehad, dachten haar collega’s.

Twee dagen later rinkelde Inge’s mobiel.

‘Jonne Verheul, Boemdiejee Media, heee, wat leuk dat ik je spreek! We zijn door jouw collega getipt dat jij een beetje kunt, ehm, hoe zeg je dat, kunt vliegen. Nou, en we zoeken nog een kandidaat voor ons programma…’ Inge hing op, maar Jonne bleef bellen, en toen ze zijn nummer blokkeerde gebruikte hij een andere telefoon. En hij niet alleen, ze werd ook gebeld door Myra, door Kimberley en hoe al die snelle jonge mensen ook maar heetten. Ophangen was geen optie voor hen, ze werden per show of seizoen ingehuurd en als ze niet goed genoeg waren, dan waren er voor hen tien anderen. Inge was hun prooi geworden. Ze zette haar telefoon uit en pakte de riem van Gustaf.

Met haar rugzak met gewichten om, haar zware winterjas aan en een vrolijk dartelende Gustaf liep ze naar het park. Gustaf trok aan de riem omdat hij een andere hond zag om mee te spelen, maar Inge liet hem niet los. Gustaf was het enige levende wezen dat haar accepteerde zoals ze was. Er prikten tranen achter haar ogen. Denk aan alle leuke dingen die je gaat doen als dit over is. Weer naar bodypump, naar concerten, misschien een vakantietje boeken.

Ze had pas laat door dat er een hemelsblauwe Peugeot naast haar stopte. Een jongeman met een knotje draaide het raam open.

‘Heeej Inge, ik ben Jonne, van Boemdiejee Media. Leuk dat we elkaar live treffen! Dit is mijn collega, Rosie. Je kunt met ons meerijden naar de studio, gaan we even babbelen over een ideetje. Joh, neem je hond lekker mee, da’s gezellig!’

Het was bijna één uur s’nachts toen Inge eindelijk thuis op de bank zat, een slapende Gustaf op haar voeten. Haar telefoon stond roodgloeiend van alle appjes, telefoontjes en berichten via sociale media, die ze zonder te lezen wegdrukte. Haar familie, haar vrienden, haar collega’s, iedereen moest het hebben gezien. Het appje van Jonne las ze per ongeluk wel. ‘Meer dan twee miljoen kijkers! De best bekeken aflevering van De dag van vandaag-show ooit! Het item staat ook al op YouTube en Uitzending Gemist! Je bent een ster geworden! Daarachter stond een rijtje blije smileys. Inderdaad, iedereen had het gezien, en wie het niet had gezien zou het de komende dagen wel zien.

De dikke laag poeder die een ijverige make-up mevrouw op haar gezicht had gekwast kleefde inmiddels een beetje. De gezichtsreiniger stond in de badkamer. Inge hees zichzelf van de bank af en lette even niet op hoeveel gewicht ze om had. Toen ze via de deurpost van haar plafond af was gekropen pakte ze opnieuw haar telefoon.

‘Kun jij Gustaf ophalen? Ik ben er even tussenuit.’ appte ze naar de buurvrouw. Die zou het wel begrijpen. Zij keek tenslotte ook televisie. Inge aaide over Gustafs donzige kop. Hij was zo vast in slaap dat hij niet eens merkte dat ze een dikke kus op zijn vacht drukte. Ze pakte haar rugzak en draaide de balkondeuren open. Ik ben een ster geworden, dacht ze, en liet de rand van het balkon los.